doneer nu materialen webshop




ECHT LUISTEREN

zorgt voor vragen


Keitumetse* komt na de vertelling van een Bijbelverhaal regelmatig even naar mij toe. Soms enkel om mij te groeten of een knuffel te geven, maar de laatste tijd ook omdat zij nog iets wil zeggen of vragen. Vaak kan ik tijdens de vertelling al zien of zij het begrijpt of dat mijn uitleg vragen oproept, want haar gezichtje spreekt boekdelen.


Tijdens de vertelling en de uitleg van een Bijbelverhaal drinkt Keitumetse de woorden in als water. Ze neemt echter niet alles voetstoots aan. Dat laat mij zien dat ze echt luistert en ook over de boodschap nadenkt. En daar ben ik blij mee, ook al is dat niet genoeg om bekeerd te worden. Maar de meeste kinderen beamen alles wat ik zeg, zonder diep na te denken. Dit zijn ze ook zo gewend in diverse Zuid-Afrikaanse kerken, waar ze soms naartoe gaan. Als de dominee enkele zinnen heeft uitgesproken, reageert de gemeente instemmend met ‘Amen’. Dit merk ik ook in mijn lessen. Wat ik ook zeg, de meeste kinderen stemmen volledig met mij in, zelfs als ze niet geluisterd hebben.


Gelukkig zijn er ook kinderen die echt luisteren en erover nadenken, zoals Keitumetse. Zo drukte haar gezichtje tijdens een Bijbelvertelling volle verbazing en verontwaardiging uit toen ik vertelde dat wij van nature bij onze geboorte kinderen van de duivel zijn. Dat was een boodschap die in strijd is met datgene wat zij tot nu toe in haar jonge leven gehoord had. Hieruit merk ik dat zij vaker naar een kerk gaat dan de meeste kinderen van haar leeftijd. Natuurlijk kwam hierover een vraag van Keitumetse en mocht ik haar wijzen op wat de Bijbel zegt, ongeacht wat dominees of anderen erover zeggen. Zo probeer ik de kinderen ook te wijzen op het belang van het lezen uit de Bijbel. Alles wat ze horen, ook van mij, moet in de Bijbel terug te vinden zijn en anders is het niet waar.


Ik ben blij als de kinderen naar mij toekomen met vragen. Dan kan ik proberen een Bijbels antwoord te geven. Ik hoor echter ook van kinderen die met hun vragen naar ouders en bekenden gaan. Dan houd ik mijn hart vast voor het antwoord dat zij krijgen! Als het een ander antwoord is dan wat ik in de les verteld heb, dan is het kleine beetje onderwijs van die middag mogelijk al snel weggevaagd.


Op een middag kwam Keitumetse weer naar mij toe na het Bijbelverhaal. Ik ging ervoor zitten om rustig haar vragen te kunnen beantwoorden. Na enkele vragen had ze nog één vraag: “Teacher, can I get a Bible?” (Juffrouw, kan ik een Bijbel krijgen?) Ik keek haar aan met een glimlach en aarzelde kort. Er schoten allerlei bezwaren door mijn hoofd, want ze is nog te jong om goed te kunnen lezen, laat staan de taal uit de Bijbel te begrijpen. En toch zei ik: “Ja Keitumetse, jij krijgt van mij een Bijbel. Ze liggen achterin mijn auto, laten we er eentje gaan halen.” Ik liep naar buiten naar mijn auto en ze huppelde naast mij mee. Opeens rende ze weg. Ik fronste even mijn wenkbrauwen. Wat ging ze nu doen? Ze wilde toch een Bijbel? Toen ik haar naar de keuken zag rennen, begreep ik het. Ze was al later dan de andere kinderen, omdat ze naar mij toe was gekomen met haar vragen. Nu moest ze eerst naar de keuken om haar broodtrommel op te halen, waarin een warme maaltijd voor haar geschept was. Een Bijbel is belangrijk, maar eten ook.


Nadat ik voor haar een boodschap voorin haar Bijbel geschreven had, gaf ik de Bijbel aan Keitumetse. Ik kreeg een brede glimlach en terwijl ze me groette liep ze het terrein af, op weg naar huis. In de ene hand haar broodtrommel met warm eten en in de andere hand haar eigen Bijbel. Het leek of ze haar ogen er niet vanaf kon houden. 


* Keitumetse heet in werkelijkheid anders

Teunie Oosterwijk

Terug naar overzicht
Terug