doneer nu materialen webshop



afhankelijk van de wijnstok


De dag dat ik de eerste presentatie hoorde over Stichting Bethlehem kan ik me nog goed herinneren. Tijdens de presentatie was er één vraag die me hoog zat: ‘Is er ook vrucht op het werk dat er gedaan mag worden op de velden?’ 
Deze vraag is vanzelf moeilijk te beantwoorden. Misschien is het ook niet altijd eerlijk om de vraag te stellen. Want als we de spiegel voorhouden, hoe vaak stellen we deze vraag in de Nederlandse context als er wordt gezaaid? 
Toch is het een vraag die op de één of andere manier een plek heeft in het zendings- en veldwerk. Nee, het is geen agendapunt tijdens onze vergaderingen. Het is ook geen rekensom waarbij we na iedere maand een balans opmaken. Het is zelfs een vraag die ik soms ver weg duw met de gedachte die verwoord staat in het gedicht van de zendeling Livingstone:


‘Wij zaaien slechts, wij weten niet 
Of straks het zaad zijn halmen schiet, 
op rotsen valt, in doornen stikt, 
dan wel een grage vogel pikt: 
U blijve d’ oogst, ons ’t werk, o Heer’, 
Wij zijn maar zaaiers en niets meer.’ 



Al mag ik dan de vruchten-vraag achterwege laten, toch kunnen er blijvend vragen in je opkomen. Hierbij denk ik aan: Hoe weet ik of ik tijdens de Bijbelklassen in Refilwe voor de kinderen op de juiste manier zaai? Wat is nodig om de juiste ingang te vinden voor het zaaien onder de kinderen in Phumzile? Als ik (naast het kinderwerk) soms één van de ouders bezoek, hoe vaak moet en mag Gods Woord open gaan? Investeren in relaties is een belangrijk component, maar hoe doe ik dit op een juiste manier? Soms lijk ik lange omwegen te moeten bewandelen om uiteindelijk te komen waar ik wil zijn: het spreken met mensen over het Woord van God. Is dat de wijze waarop er vrucht zal komen?


Ik las een preek over de eerste verzen van Johannes 15 van een zendeling die in Zuid-Afrika veel werk heeft gedaan. Hij schrijft verschillende lessen voor het zendingswerk. De eerste les is: ‘Leer om niets te zijn’. Wat is dat een diepe les, diep tegen mijn eigen bestaan in!

In de tweede plaats zegt hij dat de rank aan de wijnstok moet leren om in diepe afhankelijkheid te leven. Als de druif volledig afhankelijk van de wijnstok leeft, ligt alle verantwoordelijkheid voor de vrucht bij de Wijnstok, bij Christus Zelf!


Daarnaast vraagt het om te leven in een nauwe gemeenschap met de Wijnstok. Hoe onmogelijk vanuit mijzelf! En tegelijk is dit de les die ik hier bijna dagelijks moet leren: leren om niet zelf mijn werk te doen, leren om niet zelf verantwoordelijk te zijn, leren om niet zelf te zoeken naar vrucht, leren om niet zelf … Nee, maar ik moet leren vragen om de genade om als rank volledig afhankelijk van de Wijnstok te mógen zijn. 

Wat een vruchten-les! Daarom heb ik op een ontspannen zaterdag maar een druivenplant gehaald bij de plantenzaak in de buurt. En nu staat er inmiddels al een paar maanden een wijnstok in mijn tuin. Zijn er al vruchten? Nee, men zegt dat dit altijd even duurt. Soms wel jaren… Als de ranken maar in de wijnstok blijven!


Lianne de Baat

Terug naar overzicht
Terug