doneer nu materialen webshop



In gedachten 

bij 'mijn' kinderen in Zuid-Afrika.


Als een zeeman op zee is, verlangt hij na een tijdje naar zijn familie op de wal. Na enkele weken aan wal te zijn geweest, verlangt hij weer naar het wijde water. Ik ben geen zeeman, maar ik vergelijk mijzelf er soms weleens mee. Op het moment dat ik een periode in Zuid-Afrika ben geweest, verlang ik naar mijn familie en vrienden in Nederland. Nu ik alweer twee maanden noodgedwongen in Nederland ben, verlang ik  erg naar ‘mijn’ kinderen, collega’s en vrienden in Zuid-Afrika. In gedachten ben ik vaak bij hen, zo ook vandaag.


Via collega’s en vrienden hoorde ik vanmorgen dat het voor Zuid-Afrikaanse begrippen koud begint te worden. Morgen voorspellen ze overdag slechts 12 graden. Aangezien de temperatuur overdag sterk verschilt met ’s nachts, kan het de komende nachten wellicht enkele graden vriezen. In mijn gedachten denk ik aan kinderen van wie ik de gezinssituaties ken.

Zo denk ik aan die keer dat wij in Refilwe meegingen met de caregivers, mijn lokale collega’s. Zij gaan dagelijks bij kinderen langs om te kijken hoe de situatie thuis is. Op die dag bezocht ik met hen diverse ‘huisjes’ van kinderen. Bij een huisje moet u denken aan een ruimte van enkele vierkante meters groot, gemaakt van golfplaten. Wij noemen dit een shack. Ik kan me nog herinneren dat ik bij diverse shacks tot mijn opluchting matrassen zag en dekens. Dit moest vaak wel gedeeld worden met meerdere kinderen.

In één van de shacks zag ik een hoopje dekens. Moeder vertelde dat dit de slaapplaats van Kgotso was. Er was geen matras te bekennen. Onmiddellijk kwam Kgotso in mijn gedachten. Hij is één van de oudere tieners. Een  vriendelijke, beleefde jongen, die aangaf het fijn te vinden dat wij er waren en uit de Bijbel vertelden. Hoewel zijn schoenen vaak versleten zijn en zijn kleding niet altijd de juiste maat is, loopt hij er toch altijd verzorgd bij. Het raakte mij toen dat deze jongen op deze manier zijn nachten doorbrengt. En als ik nu terugdenk, dan raakt het mij weer.

In mijn gedachten loop ik verder door Refilwe en kom aan bij een hele kleine shack. Het huisje van een jonge moeder met twee kleine kinderen. Er stond een gammel tweepersoonsbed in, een oude kledingkast en een klein tafeltje dat dienst deed als keuken. Er bleef een smal gangpad over van nog geen meter breed. Op het tweepersoonsbed zag ik twee dekens liggen, maar ik zag geen matras... De dekens deden waarschijnlijk dienst als enige verzachting op de lattenbodems. Wat zouden ze dan gebruiken tegen de kou?, schoot er door me heen. En ook nu denk ik dat, gezien de voorspelde kou.


Gelukkig hebben mijn collega’s aan het begin van deze week dekens uit mogen delen namens Stichting Bethlehem. Elk gezin heeft een groot deken gekregen tegen de kou. Zij gaven aan dat mensen het met blijde gezichten in ontvangst namen. Ook Kgotso zag ik op één van de foto’s staan die zij doorstuurden. Ook al heeft hij geen matras, een extra deken is met deze temperaturen in Zuid-Afrika beslist geen overbodige luxe in een shack!

Teunie Oosterwijk

Terug naar overzicht
Terug