doneer nu materialen webshop



Uit het diepst van mijn hart!

Dankuwel!


Samen met mijn collega Marieke zit ik bij een familie in een shack. Een vrouw zit op het matras op de grond, samen met twee zoons van haar en een kleinzoon.  

Diep, zeer diep is het verdriet. Het is al een maand geleden dat haar dochter is overleden en nog is zij niet begraven omdat er geen geld was. Het is nu een kleine week dat wij betrokken zijn bij deze situatie. Morgen zal de begrafenis zijn. Samen lezen we de geschiedenis van Jezus bij het graf van Lazarus. We mogen wijzen op Hem Die precies weet van hun diepe verdriet en grote nood.  


De kleinzoon kijkt ons aan zegt; ‘Uit het diepst van mijn hart; dank u wel! Bedankt dat jullie ons willen helpen. Ik dank de Heere dat Hij jullie hier gebracht heeft. Stop niet met jullie werk, vergeet ons niet maar ook niet de velen anderen in nood’. 

 
Ja, dit krijgt bijval van de moeder en de zoons. En dan komen ook de vragen: ‘waarom doen jullie dit werk?’ ‘En waar is jullie kerk?’. We heten hun hartelijk welkom voor de Bijbelklassen en we wijzen de weg van het gebed of de Heere ook hier wil zorgen voor een kerk en zondagse diensten.  

Mag ik ook u vragen voor uw gebed of de Heere op de zendingsvelden Zijn kerk wil bouwen en dat er ook een gemeente gesticht mag worden? 

Wat zijn de wegen van de Heere wonderlijk. Een week geleden kende ik deze familie nog niet maar terwijl we in hun diepe nood een helpende hand bieden ontstaat er ruimte voor het Woord. Ik voel dat ik hier moet  en mag zijn. Helpend en tegelijk heen te wijzend naar Hem in Wie alles te vinden is.  

Als we terug naar huis rijden gaat alles nog eens door mijn gedachten heen, Ik hoor de jongen in gedachten opnieuw zeggen ‘uit het diepst van mijn hart; dank u wel’. En terwijl ik alles overdenk komt er in mij het verlangen om naar de vrienden thuis een bedankt bericht te sturen. Bedanken voor jullie gebeden, het meeleven maar ook de financiële steun. ‘Uit het diepst van mijn hart; dank u wel! Zonder uw steun zouden wij dit werk niet kunnen doen’.  

Nella Verschuur

Terug naar overzicht
Terug