Stapjes op de taalburg
Door Lianne de Baat
Sinds ik hier in Zuid-Afrika werk, moet ik met grote regelmaat terugdenken aan het moment dat ik mijn Engelse examen maakte in de aula van het Van Lodenstein College. Ik weet nog hoe ik zweette en hoofdpijn kreeg omdat ik niet wist hoe ik de goede antwoorden op papier zou zetten. Achteraf bleek het cijfer daarmee ook in overeenstemming te zijn. Andere talen leken niet écht míjn ding.
Vier talen
Inmiddels word ik dagelijks met vier verschillende talen geconfronteerd en blijkt waar: je interesses kunnen veranderen. Hoewel ik daarvan zeggen mag dat de Heere zorgt, ook hierin. Al zou ik graag willen dat dat alle vier de talen er al even vloeiend uit komen, blijkt ook dít een proces, een weg. En elk stapje is er één.
Met Nederlands nog steeds als moedertaal spreken we als collega’s onderling toch nog gewoon Nederlands. Mijn rondje lopen in de vroege morgen samen met een collega doe ik dan ook maar graag in de taal die mij het meest eigen is.
Eenmaal op het veld start ik meestal in het Sepedi met de beleefdheidsgroet en de algemene vragen, maar schakel daarna snel over naar het Engels. Het bijwonen van de Bijbelklas van een collega gebruik ik onder andere ook als een taalles door te luisteren hoe de vertaler de meditatie vertaalt naar het Sepedi. En langzaam maar zeker komen er in de communicatie met de lokale mensen complete Sepedi-zinnen uit. Die probeer ik dan ook maar actief in te zetten bij het vertellen van een Bijbelverhaal aan de kinderen.
TALENMIX
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit in Refilwe makkelijker gaat dan in Phumzile. Dat komt doordat in Phumzile mensen van veel verschillende achtergronden bij elkaar komen, zoals Malawiërs, Zimbabwanen of Zuid-Afrikanen die Zulu spreken. Een mix van allerlei talen, die ervoor zorgt dat je daar vaak met Engels beter uit de voeten kunt dan met Sepedi.
De oudere mensen die we tegenkomen spreken over het algemeen nog goed Afrikaans. Dat komt omdat zij vroeger op school nog les kregen in het Afrikaans. Hoewel ik voor het Afrikaans nooit een les heb gevolgd, probeer ik maar mijn Nederlands zo te verbasteren, dat het Afrikaans overkomt (niets ten nadele van deze prachtige taal!). Een echte Afrikaner glimlacht erom, maar stapje voor stapje hoop ik dat het steeds ‘echter’ begint te klinken.
nOODZAKELIJKE BRug
Ja, zo werd het leren van een andere taal een belangrijk onderdeel van mijn leven. Toch zijn er ook momenten dat het me duizelt. Dat gaat vaker onbewust dan bewust. Zeker op momenten als ik schrik, komen er opeens Nederlandse zinnen uit. Daar kunnen mijn lokale collega’s die dan meerijden in de auto over meepraten…
Eens hoorde ik iemand zeggen dat het leren van de taal een noodzakelijke brug is die je over moet gaan om zending te bedrijven. Hoewel de unieke context van Zuid-Afrika maakt dat we met het Engels veel kunnen doen, blijf ik graag stapjes op de taalbrug van de lokale taal zetten, zeker voor de kinderen! Zo kan ik de taal van hun hart leren en hen in hun eigen taal Gods Woord brengen.