Ik wens haar écht goud
Door Nella Verschuur
‘Op God zit ik niet te wachten.’ Dat is wat haar hele houding mij vertelt. En toch vind ik het waardevol dat ze naast mij zit. Dat ik naar haar mag luisteren en met haar mag bidden. Immers, wie zit of zat wél op God te wachten? Is het niet alleen Zijn genade die een mens gewillig maakt om Hem te zoeken en Hem te dienen? Zullen we dan niet vurig bidden voor allen om ons heen — of de Heere hen wil ontdekken en gewillig maakt om Hem te zoeken?
Susan
Het is Susan. Nu ongeveer achttien jaar. Wat heeft zij al veel meegemaakt in haar jonge leven. Mishandeld en misbruikt door haar vader. Verlaten door haar moeder. Daarna jarenlang in het weeshuis gewoond. En al die tijd bleef ze verlangen naar haar moeder, naar moederliefde. Tot op de dag dat dat verlangen ineens volledig in elkaar stortte.
Een sociaal werker kwam naar haar toe met de boodschap dat haar moeder al enkele jaren geleden overleden was. Maar nog niet begraven… Door een ‘foutje’ had haar lichaam jarenlang in een mortuarium gelegen. Ik herinner het me nog goed — wat heeft Susan die dag veel gehuild! Al huilend viel ze bij mij in slaap.
Maar kort daarna was Susan opeens verdwenen. Weggelopen uit het weeshuis. Een jaar lang hoorde of zag ik niets meer van haar. En toen, toen kwam ze zomaar mijn klas binnenlopen. Met een vraag.
Op haar telefoon had ze berichten ontvangen dat ze 30.000 rand (zo’n € 1500) zou krijgen — maar dan moest ze eerst iets kopen, en daarvoor had ze wat geld nodig. Of ik haar aan dat geld kon helpen.
Geld
Ja, ik voelde haar verlangen. Ik begreep zó goed dat ze dit geld wil. Maar hoogstwaarschijnlijk was dit bericht afkomstig van criminelen, of had het iets met een soort loterijachtige actie te maken. Ik probeerde haar uit te leggen dat dit geen goed plan was. Maar het was duidelijk dat ze dat niet wil geloven.
Toch — met alle liefde van mijn hart — weigerde ik haar het geld waar ze om vraagt. Ik wens haar iets veel groters. Iets veel heerlijkers. Ik wens haar écht goud toe. Ja, dat haar naam zou mogen worden: Elifaz — “mijn God is fijn goud.”
Ja, de Almachtige zal uw overvloedig Goud zijn, en uw krachtig Zilver zijn. (Job 22:25)
Gebed
Maar… Susan wilde geld. Ik probeerde het gesprek af te ronden en nog samen met haar te bidden. Terwijl we baden, bemerkte ik dat Susan haar telefoon pakte. Het was duidelijk: Susan zat niet op God te wachten.
Het doet me pijn. Maar onder het bidden ging er nog een ander, stil gebed omhoog: of de Heere haar te sterk wilde worden, en haar deze zonden niet wilde toerekenen.
Het is de Heere alleen
Die verloren schapen opzoekt,
Die goddelozen zaligt,
Tot roem van Zijn Naam.
Zo doe Hij ook aan mij… aan Susan… aan …