doneer nu materialen webshop



"Ik laat me niet vergiftigen"

Door Mathias Weststrate


Het eerste gesprek met Sello was bepaald niet vriendelijk. Zoals dagelijks parkeer ik mijn auto onder de boom in de schaduw. Ik loop een rondje over het centrum, groet deze en gene en probeer een gesprekje aan te knopen. Sello was nieuw. Hij had zich gevoegd bij de mannengroep en ze waren zich aan het opmaken om klusjes te gaan doen op het centrum. Ik begroette hem: ‘Jou heb ik nog niet eerder gezien, fijn je te ontmoeten. Mijn naam is Mathias en hoe heet jij?’ ‘Sello,’ zei hij.

Catechisatieklassen


Na een praatje gemaakt te hebben, nodigde ik hem hartelijk uit voor de catechisatieklassen op maandag. Zijn antwoord was: ‘Ik laat mij niet vergiftigen’. Even was ik uit het veld geslagen. Voorzichtig antwoordde ik: ‘Geef het eens een kans en misschien kunnen we daarna nog eens een praatje maken’. Na de les kwam hij naar me toe. Hij zei: ‘Als het waar is wat u verteld heeft, dan heb ik een groot probleem, want dan is het tussen mij en God helemaal niet goed. Kunnen we daarover alstublieft praten?’


In het gesprek dat volgde, kwam alles eruit. Sello was opgegroeid in een gezin met een vader die predikant was van een grote kerk. Zijn vader was echter naast predikant ook een toverdokter. Beide functies kunnen schijnbaar samengaan. Van dichtbij had hij gezien hoe mensen geld afhandig werd gemaakt door zijn vader. Hij gebruikte Bijbelteksten om mensen te overtuigen om maar meer en meer te geven aan zijn kerk, voor eigen gewin. Zijn boodschap was: ‘Op deze manier zal Jezus je zeker zegenen’. Daarom zei Sello: ‘Mensen met de Bijbel ken ik inmiddels wel. Ze gebruiken alles voor zichzelf en noemen de naam Jezus veelvuldig’.

Trouwe bezoeker


De les van die middag ging over Wie God is en wie de mens is. Het was voor het eerst dat Sello hoorde dat hij niet in een goede verhouding met God stond. Hoe de zonden in de wereld gekomen waren door eigen schuld en dat God iedere zonde moet straffen. Dat was een grote schok, want dit was een andere boodschap dan hij gewend was. Dat deze God rechtvaardig is, daar begreep hij niets van. Want hij had geleerd dat God aan zijn kant stond en Jezus kende hij wel, maar niet als dé Zaligmaker voor verloren zondaren.  


De weken erop ontwikkelde Sello zich tot een trouwe bezoeker. Regelmatig kwam hij lachend aangelopen en schudde hij mij de hand. En soms stopte hij een briefje toe met een vraag, maar dat mocht niemand zien. Stel je voor dat anderen dit zouden zien! Zijn laatste vraag was: ‘Is het genade dat ik steeds meer zie wie ik echt ben?’

Moeilijke keuze


Een volgende vraag daarover volgde niet meer. Want afgelopen week kwam Sello verdrietig naar me toe. Zijn vader had hem voor een keus geplaatst: hij moest óf de bijeenkomsten van de witte man óf zijn familie verlaten. Hij wist het niet meer. Want zijn ouders verlaten betekende een schande te worden voor de familie. Maar alleen verder kon ook niet. Hij had geen huis, geen geld en geen werk. ‘Wat moet ik doen?’ vroeg hij. Ik antwoordde: ‘Ik weet het ook niet, Sello. Probeer het voor de Heere neer te leggen en ondertussen probeer ik te zoeken naar een mogelijkheid om onze bijeenkomsten weer te bezoeken.’ 

Daarna heb ik hem niet meer gezien. Je hart huilt op zo’n moment. ‘Heere, als het U behaagt, wilt U hem terugbrengen: Sello, die een vijand leek, maar gaandeweg toch openstond voor onderwijs?’


Op zulke momenten is het de verzuchting:

 Uw koninkrijk koom' toch, o HEER’!

Ai, werp den troon des satans neer;

Regeer ons door Uw Geest en Woord;

Uw lof word' eens alom gehoord,

En d' aarde met Uw vrees vervuld,

Totdat G' Uw rijk volmaken zult.

Terug naar overzicht
Terug