doneer nu materialen webshop




tieners 

Een lastige doelgroep?


Twintig paar ogen staren mij aan. Met de nodige spanning sta ik voor de eerste keer voor de groep tieners in Refilwe. Hoe zal het gaan? Allerlei schrikbeelden flitsen door mijn hoofd. Zullen ze wel mee willen doen, kunnen we ze bereiken? Een band met ze opbouwen?

Vorig jaar organiseerden we een apart programma voor de tienermeisjes, en uiteindelijk ontstond er een leuke en gemotiveerde groep. Maar door veranderde omstandigheden hebben we dit jaar alle jongens en meiden in de tienerleeftijd in één groep. Ik moet eerlijk zeggen dat ik hier best wel tegen opzag.

Maar wat was ik de eerste keer aangenaam verrast. Hier en daar waren er wel een aantal jongeren die weinig gemotiveerd overkwamen en zich afzijdig hielden, maar over het algemeen kwam er aardig wat respons uit de groep. En met het aanleren van de Bijbeltekst deden ze echt hun best. Dit jaar behandelen we de geschiedenis van David aan de hand van een boekje van de GBS. Elke keer lezen we hier een gedeelte uit en bespreken dit met de tieners. Daarna leren we een Bijbeltekst aan, en als er nog tijd over is sluiten we af met een korte activiteit.

Het is fijn om te zien dat de meeste tieners tegen mijn eerste verwachting in goed luisteren en meedoen. Maar het mooiste vind ik het contact met de tieners tussen de bedrijven door. De meisjes die vorig jaar naar onze tienergroep kwamen, begroeten ons hartelijk. Een van de jongens sprak mij aan en vroeg wanneer hun groep weer aan de beurt was. Hij vond het verhaal van David zo mooi, en wist precies te vertellen bij welk hoofdstuk we waren gebleven. Ook kwam na de eerste keer één van de jongens naar mij toe en zei dat hij het heel fijn vond dat we er weer waren. Enigszins bezorgd vroeg hij of hij het goed verstaan had dat we over een half jaar weer weggingen. Gelukkig kon ik hem geruststellen en vertellen dat dat niet het geval was. Hij reageerde opgelucht. Met dezelfde jongen had ik later in de wandelgangen opnieuw een gesprekje. Hij vroeg hoe het ging, en het gesprek kwam erop dat het soms voor mij best moeilijk was om in een ander land te zijn en de taal niet te kunnen spreken. ‘Maar’, zei hij, ‘u hebt toch zelf gezegd dat je alles aan God moet overgeven? Dat Hij je kan helpen als je op Hem vertrouwt?’ Beschamend dat hij mij daar aan moest herinneren. Inderdaad zie ik vaak enkel op de (moeilijke) omstandigheden, en niet omhoog, waar alleen de ware hulp vandaan komt. Zo gaf deze jongen mij onderwijs in plaats van andersom.

Alhoewel deze doelgroep een uitdaging blijft vormen, geven bovenstaande voorvallen mij ook weer hoop en moed. Mocht het maar zo zijn dat het Woord ook onder deze tieners in Refilwe vrucht mocht dragen tot Gods eer!

Carianne van Holst


Terug naar overzicht
Terug