Boekrecensie
Ds. C. Sonnevelt, voormalig zendingspredikant onder de Izi's
Deo Volente volgend jaar is het 50 jaar geleden dat het zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten onder de Izi’s in Nigeria begon. In verband hiermee heeft onze vriend en broeder Ds C. Sonnevelt een leerzaam en treffend boekje geschreven met als titel “Juwelen van genade in Nigeria”. Deze juwelen zijn de Izi’s waarvoor de Heere het zendingswerk gebruikte om ze op te rapen uit de modder der zonde en ze te hechten als juwelen aan Christus Middelaarskroon (blz 7). Het boekje betreft met name de jaren 80 van de vorige eeuw, de beginperiode van het zendingswerk in Nigeria. In die tijd arbeidde Ds Sonnevelt daar als zendingspredikant onder de Izi’s. We zijn hem erkentelijk dat hij zijn rijke ervaringen uit zijn Izi periode heeft gebruikt om onze zendingswerkers toe te rusten voor hun werk op de zendingsvelden van Bethlehem. Waarom schreef onze zendingsbroeder dit boekje? Lees maar: “Er is geen reden om de beginperiode te idealiseren (..) er waren soms uiterst moeilijke situaties die nogal eens te maken hadden met het zevende gebod (huwelijk, overspel en echtscheiding). Er was soms flinke onenigheid binnen een lokale kerk, tussen de verschillende kerken onderling en ook in de boezem van het zendingsteam. Een romantisch beeld van de begintijd zou dus geen recht doen aan de werkelijkheid (…) Het ging me vooral om het werk van de Heere in de beginjaren. Ik had het verlangen om de herinnering daaraan levend te houden en daarvan iets te laten uitkomen met het oog op de huidige generatie en vooral met het oog op de jongeren, die deze tijd niet hebben meegemaakt. Opdat God de eer zal krijgen en dat zij die nu leven heilig jaloers worden op wat de Heere gewerkt heeft in mensenlevens”.
Het boekje bestaat uit drie delen. In het eerste deel treffen we twintig “treffende getuigenissen over Gods werk”. Het zijn verhalen die niet eerder zijn verschenen. Verhalen “die laten zien hoe de Heere, dwars door de zonden en gebreken van zendingswerkers heen, Zijn eigen werk volvoert”. Het beschrijft ook de wederliefde van de lokale mensen tot broeder Sonnevelt en zijn gezin. Toen hun dochtertje vanwege malariakoorts zeer ernstig ziek was stonden “mensen van mijn kerk, mannen en vrouwen, jongeren en ouderen (…) als een haag om ons huis. En jawel, ze baden. Als ik ooit een sterke band met hen heb gevoeld dan was het die morgen. O, die liefde die ze toonden! Dat mededogen met een kind dat geveld was door hevige malariakoorts en dat mee-zuchten met haar ouders! Dat smeekgebed voor een zendingskind in nood!”. In de vijftien anekdotes in deel twee wordt beschreven wat er gebeurt als verschillende culturen elkaar ontmoeten. Bijvoorbeeld toen de zendingsdeputaten uit Nederland een Bijbelschoolstudent bezochten. Ze vroegen hoeveel kinderen hij had. In de cultuur van de Izi’s is het ongepast om deze vraag al te stellen bij de eerste ontmoeting. “Waarom zou een ander willen weten hoe groot je gezin is? Wat zou hij gaan doen met de informatie? Deze student had veel kinderen, Maar ze waren niet allemaal van hemzelf maar woonden bij hem en werden door hem onderhouden. Hij aarzelde om een getal te noemen. “Zou zijn hart niet opzwellen als hij het precieze aantal gaf?” Om die reden probeerde hij een rechtstreeks antwoord te vermijden en zie alleen maar “ik weet het niet precies”. De bezoekende deputaat zei toen in het Nederlands tot zijn medereiziger “Zie je nou wel hoe onverantwoordelijk deze mensen in het leven staan? Ze krijgen het ene kind na het andere, maar ze weten niet eens hoeveel het er zijn”. Het laatste deel bevat gesprekken met tien mensen die de begintijd hebben meegemaakt.
Bijvoorbeeld met Ds Moses Ewogu. Hij werd in 1977 gedoopt door wijlen Ds P. Blok. Wat laat hij, ook voor onze reformatorische gezindte, een helder geluid horen. “Onze kerk beklemtoont de drie stukken: ellende, verlossing en dankbaarheid. We wijzen erop dat wij zondige mensen zijn, onbekwaam tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. In andere kerkverbanden wordt dat nauwelijks gehoord; men springt er overheen. Ik zeg overigens niet dat dit laatste bij ons nooit gebeurt. Er is best wel verschil in de prediking”. Ds Daniel Mbam schrijft iets wat al Gods kinderen zullen beamen. Als hij over zijn persoonlijke bekering vertelt zegt hij (o.a.) “Een belangrijke rol daarbij heeft een woord van Paulus gespeeld. In 1 Timotheus 1:15 las ik dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken. Dat raakte me. Maar er stond achter: ”van welke ik de voornaamste ben”. Toen kreeg ik ruzie met Paulus. Ik zei “Dat kan zo zijn, maar Paulus heeft nooit de afgoden gediend, de goden van hout en steen waarvoor ik gebogen lag”. Ik zelf werd de grootste der zondaren, maar er werd voor mij een weg ontsloten in een Ander”.
Het zendingswerk onder de Izi’s begon op 2 december 1974 toen zendeling Johan Commelin en zijn vrouw de Enyim rivier overstaken en het Izi gebied betraden. De eerste evangelisatie bijeenkomsten vonden plaats op een stuk land van de Chief. Wat was er teleurstelling onder de hoorders toen ze geen medicijnen kregen van deze witte man. Toen later dorpsoudsten ontdekten dat het Evangelie om een radicale verandering van het leven vroeg, keerden ze zich af van de zendeling. Slechts enkelen bleven standvastig vanaf het eerste uur. “Maar er was een begin gemaakt, een kerk was geplant en Gods werk kon niet worden tegengehouden”. De Heere gebruikte enkele jonge Izi mannen voor de groei van Zijn Kerk in het Izi gebied. Daarom schrijft Commelin: “Het zendingswerk in het noordelijk gedeelte van Izi was meer de geschiedenis van inheemse christenen dan van blanke zendelingen”. Later is het zendingswerk overgegaan in de “Nigeria Reformed Church”, een zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten.
Na bijna tien jaar zendingswerk werd broeder Sonnevelt door de Heere naar Nederland terug geroepen. Tijdens de afscheidsbijeenkomst sprak een van sprekers zeer wijze (en herkenbare!) woorden tot het echtpaar Sonnevelt. “Nadat hij zijn keel geschrapt had ging hij door. En toch zal het niet makkelijk voor jullie zijn om straks weer te moeten wennen aan dat heel andere leven daar. De boom zal ongetwijfeld worden ontworteld en overgeplant (…) maar een paar wortels zullen afbreken en hier in de grond blijven zitten. Stel dat de boom tien wortels heeft. Acht ervan gaan mee, maar ze zullen zich van tijd tot tijd afvragen waar die andere twee toch zijn. En die andere twee? Die zullen de ontbrekende acht wortels heel erg missen. In stilte zullen ze huilen”.
Wat huilen ook de Zuid Afrikaanse wortels van mijn vrouw en mij!
U zult begrijpen dat we dit leerzame en makkelijk geschreven boekje van harte aanbevelen. Het is een must voor iedereen met een hart voor de zending.
Het boekje heeft geen enkel commercieel oogmerk, ook niet voor de drukker, Drukkerij Verloop. De prijs is daarom laag. U betaalt voor dit boekje van 220 bladzijden met veel foto’s slechts €14,95. De complete winst (ruim 5 euro per boek) wordt gebruikt om de Engelse versie ervan tegen een betaalbare prijs aan de mensen van de Nigeriaanse kerk te kunnen aanbieden.
Zegene de Heere het lezen van dit boekje alsmede het werk van de Nigeria Reformed Church. Mochten er nog vele zwarte juwelen wit gewassen worden in het rode bloed van Christus opdat ze mogen schitteren in Zijn Middelaarskroon.
Ds J.A. Weststrate